Men heeft mij gevraagd een stukje te schrijven over hoe ik was als een brugger, voor in het 4-keer-per-jaar-uitkomende 'krantje' van het orkest. Dus ik dacht, als ik dat nou combineer met mijn blog, dan schrijf ik gewoon iets op over hoe ik in de brugklas was en dan heb ik meteen een stukje voor in dat kwalitatief tóch al niet zo hoogwaardige krantje. Dat komt goed uit want ik ben slecht in bloggen op commando.
Het is wel echt de éérste keer dat bloggen ook nog enig nút heeft. Ik ben best zenuwachtig, hoor! Gelukkig werk ik in een inspiratievolle, vertrouwde omgeving, ben ik goed uitgerust en geconcentreerd, staat er goede muziek op en heb ik een lekkere smaak in mijn mond (chocolade, mensen.) en lult er niemand tegen me aan.
(Shit, ik weet niks..)
Jesper als Brugger.
De eerste keer dat ik het Gymnasium Haganum, met zijn sjieke poort, neoklassieke statigheid en antieke beelden (gipsen afgietsels, maar dat wist ik toch niet!) binnenstapte voelde ik mij heel klein. Niet alleen omdat ik op de basisschool een klas had overgeslagen en dus letterlijk maar een klein jochie was, maar ook omdat de eerste jongen die ik tegenkwam minstens drie koppen groter was dan alle andere brugpiepers. Met hem begon ik maar een gesprek.
Ik herinner me niet veel meer van mijn eerste gesprek als middelbare scholier dan dat hij mij een hand gaf - wat ik ontzettend bekakt en stijf vond - en dat al snel bleek dat we in dezelfde klas zouden zitten. Een enorme opluchting natuurlijk, dan kende ik tenminste iemand - in mijn Einzelgang had ik namelijk als énige van mijn hele basisschool gekozen voor het Haganum.
Als brugger doe je veel dingen voor het eerst. Ik denk aan mijn eerste schoolfoto (een totale mislukking), mijn eerste S.O. (een 7 voor Frans) en mijn eerste schoolfeest (thema Halloween en naar huis om 11 uur). Van de basisschool naar de middelbare school was voor mij een grote overgang: opeens moest ik mijn leraren (en leraressen) met 'U' aanspreken en meneer en mevrouw zeggen en had ik elke dag een grote stapel huiswerk. Ik voelde me een klein anoniem bruggertje tussen een enorm aantal rokende, kauwgomkauwende, Cicero-citerende reuzen - en dat was ik natuurlijk ook. Toch wen je snel aan een nieuwe omgeving, je vindt als het ware je nieuwe ritme. Voor mij bestond dat ritme vooral uit veel leren en braaf opletten, want ik was een braaf jongetje. Ja, zo braaf als ik nu ben, dat was ik toen al.
Ik zou nu natuurlijk op kunnen schrijven dat ik een heel normaal, aardig, braaf jongetje was in de brugklas, en dat was ook zo, maar dan zou dit een erg saai stukje worden. Bovendien zou ik daarmee voorbij gaan aan het doel van dit stukje: dat is namelijk zodat jullie mij kunnen uitlachen, en grapjes kunnen maken over hoe debiel ik wel niet was 8 jaar (oke, misschien 7: in elk geval, lang) geleden. Dus hier volgen enkele smeuïge details:
- Ik had een leren tas, zeg maar zoals aardrijkskundeleraren dat hebben, een soort aktetas. Dat was echt heel makkelijk, en in retrospect was het eigenlijk ook best wel cool (want retro), maar iedereen lachte mij natuurlijk hatelijk uit omdat ik geen Eastpak had - want dat is de norm als je een brugger bent.
- Ik millimeterde toen nog mijn haar. Dat was dus, ja, erg kort. Ook zat ik op voetbal (daar ben ik mee opgehouden in de tweede, denk ik).
- Ik wilde niet in het schoolorkest omdat ik het te slecht vond. Trouwens ook omdat ik al in een bandje speelde (een heel slecht bandje, natuurlijk).
- Ik hield niet van schoolfeesten, daar vond ik de muziek stom enzo. Dus na één feest had ik het wel weer gezien, en de rest van het hele jaar ben ik nergens naar toe geweest. Na een paar jaar realiseer je je dat je het er mee moet doen, hoe vreselijk het ook is, dus dan ga je weer naar die feesten - maar als brugger heb je nog idealen, he.
- Ik en mijn vrienden hadden een speciale groet: dan riepen we heel hard "Koekeloere! Koekeloere!", waarna we elkaar drie keer achter elkaar de vijf gaven. Het was, kortom, heel vrolijk binnenkomen 's ochtends: een enorm kabaal, iedereen gaf elkaar de vijf, iedereen 'koekeloerde', en iedereen die er niet bij hoort keek jaloers toe. Na de brugklas zijn we daar trouwens mee opgehouden, omdat we toen saaie knarren geworden waren.
Gelukkig duurt de brugklas maar één jaar.