28-04-2008

omwinding

once upon a time was er eens een egeltje dat zijn naam droeg. hij had een ringbaardje en drie vrouwen en zijn stekels kon je meestal niet zien, omdat ze plat op zijn rug lagen. dag na dag sloop hij door het loof en porde met een stokje in de grond op zoek naar water. je realiseert je dat misschien niet meteen maar wat een egel nodig heeft is niet drie vrouwen, maar genoeg water om de dag door te komen en een stokje om te porren op onverwachte plaatsen. mensen mensen, deze egel verveelde zich als een varken. er gebeurde nooit iets en too much of nothing can drive a man insane. toen, en het was een vrijdagmiddag, gebeurde er eindelijk iets. terwijl de egel onder een struikje zat uit te rusten kwam er een engel naar hem toe en die zei: dit is het Woord en lees het. en de egel schrok van de engel en liep naar haar toe. en zo omhelsde de egel de engel en de engel de egel en toen zij verdwenen was, viel de egel in een diepe slaap en toen hij weer wakker werd vond hij naast zich een boek dat hij las. de egel merkte niks, maar hij veranderde op monsterachtige wijze, hij transformeerde waarachtig. zijn stekels maakten plaats voor een knapzak. zijn stokje groeide uit tot een wandelstaf. zijn ringbaardje vergrijsde en groeide tot op zijn knieën. zijn charmante gezicht kreeg rimpels en kieren en gaten. zijn tanden vielen uit of vergeelden. zijn ogen waterig van whisky maar helder en doorzienend; hij stond op maar boog zijn rug en toen was hij weg en op weg. hij vond al snel een pad en liep en liep tot aan de horizon en ver daarvandaan en hij keek of kwam niet terug.

toen hij weg was, vreesden de drie vrouwen van de egel alledrie voor het ergste, want ze hielden van de egel en de egel had van hen gehouden. de eerste dag dat de egel weg was, gingen ze naar bed met een vervelend gevoel in hun onderbuik en droomden ze hevig. toen de egel de tweede dag nog niet terug was, vroegen ze alles aan iedereen, maar ze kregen geen antwoord. op de derde dag keken ze zichzelf diep in de ogen totdat hun eigen ziel zo helder ging schijnen, dat hun irissen lichtblauw werden.
de eerste egelvrouw stortte zich in diep wild gat met wijd opengesneden polsen.
de tweede egelvrouw bleef wanhopig wanhopen en troostte de kinderen.
de derde egelvrouw ontpopte zich en vloog naar de zon, haar man achterna.

en het lijk van de eerste egelvrouw bleef liggen waar het opgehouden was. de eerste dag was dat een sereen, bijna schilderachtig tafereel. de tweede dag werd het aangevreten door een vos en stroomden de insecten in zwermen toe. op de derde dag rotte het en stonk het en werd het vlees ravenzwart, en haar ogen verloren hun glans. toen kwam de engel terug en bedolf haar onder grond en houtsnippers en droge bladeren en de natuur slokte zichzelf langzaam op als een slang die in zijn eigen staart bijt.

17-04-2008

friesche accordeaon

na 10:45

er staan zeven zoemende koelkasten om mij heen. in het midden zit ik zelf te hameren op een typewriter. rond de koelkastkring danst the wild bunch. the mad ones. niet lang meer want om het hoekje wacht voor hen een gapend gat waar ze één voor één inspringen. in het gat wacht mandy. onder mij grond klef van een lekkende douche. buiten de wilde cirkel wijde vlakten circuszand. in het circuszand mensen met hun gezicht geplet na de lange val van het slappe koord. het slappe koord zit aan beide kanten vast aan het hekje van een balkonnetje, met een dubbele knoop. ongeveer in het midden van het koord hangt de lekkende douchekop met chocoladepapiertjes eromheen gewikkeld. op het koord lopen dames die zwaaien met hun kettingen en luide negers afgewisseld balancerend. om hen heen vliegt, begeleidt door een luide woosh, een indrukwekkende, constante zwerm witte kraaien.

nog voor twaalven

opeens houdt iedereen op met bewegen en luistert gespannen. ik neem een aanloop en smijt met alle macht de typemachine tegen de meest noordelijke koelkast. die valt om en vermorzelt wiliam holden knapperig. de rest van de dansers bots tegen elkaar aan en kiepert dan als een dominostel in het gat. het gat houdt op met gapen en doet zijn mond eindelijk dicht. een dalende baslijn maakt een snoeiharde entree. het zand trilt weg en verhult een metalen onderlaag. met dikke benen spant mandy het koord aan. de douchekop wiegt zachtjes heen en weer. dames en negers vullen het luchtruim. witte kraaien kiezen het ruime sop.

later die dag

ik pak mijn spullen ik pak de trein van vijf over. op elk stoeltje ligt een lege tafel. mijn poison headache zit naast mij met mijn hoofd in zijn handen en leest iets belangrijkers. gouden stromen die door de open raampjes binnendringen vangen mijn aandacht. we zijn nog niet weg of ik krijg het al benauwd. ik worstel me een weg door het gangpad maar ik struikel over mijn eigen veters. our love's gonna grow oe ah oe ah. mijn hand boort zich door de bodem van de rijdende trein en ik schaaf mijn knokkels vier keer aan de rails. mandy trekt me overeind. bibberig mompelt iemand een bedankje. ik veeg mijn jas af met bloed en leg hem over het gat in de treinvloer. groen slijm druipt in klodders van de wanden. mijn stoel zoent mijn jeans. stiekem strik ik mijn veters.

enkele nummers doorgespoeld

de wind waait hoog boven de bomen. blondie rent vrolijk hijgend rondjes om mij heen en bijt soms in mijn enkels. de bruine stank trekt weg en maakt plaats voor roze geluk. ik maak een opmerking die mij nog een minuut of twintig achtervolgt op hoge hakken. klik klik klik klik. ik heb het visioen van mandy. een simpele man van de straat probeert me zijn bril te verkopen en tegelijkertijd mijn pruik te stelen. mijn huis baadt voluit in het lentezonnetje. iedereen maakt zich nuttig.

nu

de goddelijke machine draait op volle toeren. bzz. ik krijg antwoord op elke vraag die ik stel. het borrelt van binnen en soms knapt er een bel die uiteen spat tegen de wangen van mandy.

14-04-2008

he was never known / to make a foolish move

it won't be long YEH - YEH - YEH - YEH -

op een warm lentezonnetje liep ik naar buiten toen iemand mij tegen het oor tikte. 'hé', zei hij, 'ken ik jou niet van binnen' en ik zuchtte en kuchte en pufte en steunde en blies het mannetje op een grote hoop (piramidevormig) alwaar hij meteen de aarde inkroop met zijn billen eerst en op die manier nog wat tegen zichzelf mompelde. ik verstond 'ga dan toch naar alkmaar met je heldenverering.. bijt nog wat op je vinger..' en dat vond ik leuk, erg leuk zelfs, maar ik kan het ook fout verstaan hebben, want dwergen die tot hun neus in de grond wroeten praten meestal alsof ze niks te zeggen hebben.

till i belong to yoouu

ohja! nog wel een filmpje.

12-04-2008

who sells out

emm nou goed. ongeïnspireerd bloggen wordt mij wel érg kwalijk genomen in dit tijdsgewricht. tijd voor een deal on the crossroads misschien of een opleving op een bepaalde manier die ik nu nog niet aan zie komen of aan kan zien komen. tot die tijd HELEMAAL NIKS denk ik.

11-04-2008

even mezelf uiten

de grap is, als het al een grap is, dat wil zeggen, wat vind jij er eigenlijk van? stel je voor

[...]

1) de grap is dus: wat is een 'jingle jangle morning'? en 2) moet mijn blog universeler en zou het, stel dat het zo zou zijn, niveau studentikoos ontstijgen en niveau normaal leesbare column halen?

gelukkig is er geen antwoord op beide vragen. op vraaggrap 1 niet, omdat je het zo vaak kan naluisteren als je wil (vooropgesteld dat je stereo werkt en je geen ziekelijke vleessnor hebt). op vraag 2 niet omdat niks moet ook al kan het en zou het nóg zo veel. om dat maar te bewijzen volgt nu 'iets'.

MIRROR IMAGE

so I went down the stairs and entered a mass-production factory, stuffed to the rim with people, they popped their heads through the broken window

this factory was huge with no airs or smells and I didn't see much at all, it was dark and weary inside and the people there never talked or took a breath but just came down on me with pictures screaming

I rationally proceeded to kill Bob Dylan with a techicolor bowieknife, left the place the way I entered with a clear calm mind in complete harmony

I can't seem hold on but I dig motion nowadays

kisses on your cheeks and hands on your hips

de orde van de dag bestaat hieruit:

ik zou misschien mensen moeten vertellen van mijn blog, bedenk ik me nu. zo zou dat gaan:

"ja, ik ben heel intelligent en snel. ik heb ook een band ja, grappige nummers spelen we vooral, zodat je je ziel er niet echt in hoeft te leggen - want dat doe ik al op papier. nouja digitaal papier dan meestal. eigenlijk moet je dat eens lezen joh. één keer en je wil nooit meer iets anders. lijkt op, lijkt op, tja eh.. het is gewoon een succesformule.. trendsetter.. collaboratie.. wil je anders mijn kaartje? handig, heb je meteen mijn naam en site, en het boek waarvan je zei dat je het zou lezen voordat je voor eeuwig vertrekt. filmpje? nee ik heb nog geen filmpje, maar dat komt in no time. niks bijzonders, standuppertje ofzo maar mijn whiskyhaar wappert weelderig en ik sta vlak vóór de camera in de lentezon te citeren. pardon, ik heb nu geen tijd meer voor je, ik moet de rest van de dag gratis bellen vrees ik. dag."

(het einde van blogdeel nummer één)

04-04-2008

i screamed and i kicked and my words were a-snarlin'

wat is de ballantinesdemon en bestaat hij
zou ze On The Road lezen - in het engels - voordat ze weggaat en aankomt
wanneer zou dat zijn
waarom heb ik het idee dat ik veel meemaak, terwijl er alleen veel om mij heen gebeurt



ontstijgend aan eerstejaarsgedrag belandde ik in het niemandsland van anderen, rokerig en prikkeldraad rondom: maar ik hield mijn hoofd zoveel mogelijk boven water - het water dat ik zag veegde ik zachtjes weg - en uiteindelijk kwam het hier op neer: als er niemand in de buurt is kan je zo hard (en veel) roepen als je wilt.
als hij bestaat, achtervolgde hij mij groepsloos van het begin tot het einde van desolation row en zij was op weg naar huis zonder richting, nu onzichtbaar en zonder geheimen om te verbergen.

alles is een toneelstuk en toen was mijn rol uitgespeeld.
het einde van het verhaal is mij ingefluisterd. toen kwam ik bij een muur en dwars erin kerfde ik met krijtwitte letters:

HOW DOES IT FEEL?

en ik viel in slaap op de tweede verdieping.

mijn droom was een metaforische weerspiegeling van dit alles.

ik werd wakker en de planeet overspoelde met zwart water.

toen zat ik in de trein op weg en keek ik meer om mij heen dan dat ik las - in het boek dat eigenlijk geen boek is maar één grote lange beweging - en alleen in mijn eigen oor klonk een liedje van de vorige avond - maar dit keer was ik niet omringd door sinaasappelwalmen en waterkanonnen en prille filosofen - en toen alles bewoog dacht ik na en spiekte ik sluiks. ik lachte wat voor me uit om de stand der zaken in geluid te vangen.

daarna, toen alles stopte, had ik een besluit genomen. en voor vier woorden ('he, hoe heet je?') kreeg ik vier letters terug. bovendien nog een glimlach en een belofte die ik maar los moet laten, want controleren kan ik hem niet - en wil ik hem niet.
en ondanks dat alles, ondanks wat dan ook, eigenlijk compleet los van alles fladdert ze straks naar mexico. je kan mij niet vertellen dat mijn timing niet perfect is. in dit geval, in elk geval- mexico dus.
("remember durango, larry?")

01-04-2008

a stroke of moneyluck

hom pom pom
tra la la

ik heb mijn eigen stijl

hoi hoi hoi
pom pom pom


ik speel in mijn gedachten al een tijdje met het woord 'knekelput' door het te verdraaien en uit te rekken en ik stel mij vanalles voor bij de inhoud van een knekelput en er moet ook zoiets zijn als een knekelputgraver en een knekelputvuller en wat dacht je van een knekelputopgraving -

toen ik vandaag in de sloot keek, met een hand aan de lijn - en de opening in mijn rechterbroekzak (pardon linkerbroekzak)- zag ik capita selecta groenheid. doorzichtig bruinig viezig water dat ik niet zou drinken - even rondgooglend overigens zou ik het misschien wel drinken uit waterzuiverende rietjes. wit bedrukt plastic ontdopt drijvend langzaam zinkend flesje. eend of ander gefladder. en hoe heet dat spul eh kroos.

KROOS

overal in ons FUCKING land ligt KROOS in het FUCKING water

en het verste dat je met de trein kan komen is groningen (dat is pas echt dramatisch, mensen en dames, ook als je er niet eens zó lang over nadenkt)

en het is ook de vraag of lopen niet gewoon rondjes draaien is op een iets andere schaal

nu weet ik misschien wat het is! zijn de schoenveters van de hersenen van veel van ons misschien net iets te strak aangetrokken? het is maar een vraag zonder antwoord.