31-03-2008

Hekabe Revisited (vanuit de ik-persoon)

in de knekelput van de lente (nu) denk ik soms wel eens heel serieus: tja.

waarom zou je nog schrijven na hemingway, kerouac (er volgt hier een rijtje);
waarom zou je nog muzieken na dylan, beatles, verscheidene jim's, een enorme rij;
schilderen durft niemand meer na picasso;
dichten bestaat niet meer na ginsberg;
beeldhouden wees niet belachelijk;
film is veel te massaal als je het gewoon niet weet;

gelukkig bedenk ik me dan net op tijd dat het het meest waarschijnlijk is dat we ALLEMAAL blijven haken in onze eigen nobody-cultuur, waarin vrijheid iets van 40 jaar geleden is - de conclusie die ik daaruit (jawel sardonisch glimlachend) trek is dat mijn oma mijn dochter wordt (mijn oma, even tussendoor als ademhalings-anektode, heeft mijn tante ooit, toen zij thuiskwam met kleren van een tweedehandswinkel in amsterdam, teruggestuurd om alles terug te brengen: speciaal vreselijk was een afgeragd leren jasje: tweedehands kleren! we zijn geen armelui! de tweede wereldoorlog! en meer van die stokpaardjes) en dat het niet uitmaakt met wie of hoe je in slaap valt, als je de volgende ochtend maar geen pijn in je rug hebt- en ik denk niet meer serieus na tot het weer lente wordt en ik on the road lees in de trein

waarmee ik maar wil zeggen dat lente alleen een talige constructie is
waarmee ik mijn jaloezie voor jack kerouac's energie illustreer
waarmee ik diep door de knieën ga voor mensen met echte ideeën
en waarin ik eindelijk uitleg waar ik om glimlach als ik zomaar voor me uit zit te staren.

POST SCRIPTUM

en vandaag deed de verwarming het weer (buiten)
en ik heb zin in 11 april (spannend maar geen idee)
ik leerde vandaag half een meisje kennen (maar ze was ouder dan ik)
misschien ga ik morgen mijn hond heel lang uitlaten (klinkt dat niet ultiem ontspannend)
zoek op wat een knekelput is (zodat je het voortaan weet)
kerosine benzedrine fellini

27-03-2008

WE'RE ON A MISSION FROM GOAD

(of, voor diegenen die dusdanig geïnteresseerd zijn dat ze het filmpje graag in vol formaat, vol ornaat, erg kordaat willen: klik hiero.)

24-03-2008

shouting the word NOW and i say for what reason

wat ik had - een zeldzame hersenziekte misschien, waardoor het wel leek, alsof mijn hoofd eerst kwam en dan mijn hielen pas. of laat ik het zo zeggen, dat de meeste monnikvlinders, die mij normaal gesproken regelmatig om de lendenen fladderen, zomaar de fik in vlogen. het was klaarblijkelijk een periode van crisis.

halve jaren later nog hamert zo nu en dan zo'n gedachtekronkel als een jumpstyleritme op mij in. zoals nu. op enigmatische en dwingende wijze stuwt het mij richting verleden tijd.
wat ik mij dan voor de zoveelste keer voor de geest haal? alleen aspecten: roze, zacht, een boom, absinth, een kerk, een speeltuin met zand en wat losse opmerkingen. irritant maar vooral opdringerig, dit. je wil weglopen, maar dat wordt rennen. en daar heb ik de conditie niet voor.

oh, nu is het vanzelf al weer verdwenen. veel maakt het ook niet uit want inmiddels ben ik toch anders, en een ander. i wake up in a day and go to sleep someone else- en bovendien, zó makkelijk ben ik niet voor één gat te vangen. met andere, minder letterlijke woorden: dit is niet mijn duim. mijn haar maakt golfvormige bewegingen. wacht maar af.

22-03-2008

benzedrine trip

ik kan er niet meer mee ophouden
maar nee dit is de moeite waard let op



of misschien nog dit



daar zijn er vijf van.

of..

nee wacht nee eh

19-03-2008

but she breaks

als iedereen toch zo nu zachtjesaan filmpjes op zijn blog gaat gooien
dan nu tijd voor het meest magische moment in de geschiedenis van alles
tevens dé reden om 14 euro ofzo uit te geven aan No Direction Home

17-03-2008

ploink

ergens
dat wil zeggen, vrij ver hiervandaan (of juist dichtbij: waar ben jij?)
en vooropgesteld dat iedereen zich even inleeft in dit verhaaltje
woont en kookt een simpele vrouw. zij heeft niet veel geld.
maarja, je kan niet alles hebben en bovendien, zo belangrijk is het niet om geld te hebben. het is wel zo dat als je geld hebt, de rest vanzelf komt - roem, faam, aandacht, lekkere wijven, auto's, vakanties, de dood, een biografie, een film met een semibekende acteur - maar als je weinig geld hebt is het leven tenminste nog spannend; romantisch; noodoplosing stapelt zich op noodoplossing; een beetje dat vieze-kleren-charmant-achtige dat mensen iets speciaals geeft, het tekent ze, rimpels op hun 40ste maar intens gelukkig, gastvrij, gebruind, gespierd, tanig, praatgraag, gezet, traag, met kippen en een geit op het erf en een wandelstok en een strooien hoedje voor buiten in de zon.
op een dag graaft deze vrouw een gat in haar tuin. misschien omdat ze zich verveelt. dacht je soms dat arme mensen zich nooit vervelen? (natuurlijk wel, net als soldaten in de eerste wereldoorlog. die verveelden zich ook, daar in die loopgraven. dag na dag wachten in de koude modder, beetje mensergerjenietten dan maar en dan ATTAQUE)

hoe dan ook, daar vindt ze een klein babytje. in het gat, in de tuin. niet nadat ze met die zware loden schep het kind keihard in de buik gehamerd heeft, trouwens. maarja. dat was omdat ze bezig was een gat te scheppen. hoe moest zij weten dat er daar een kindje zou liggen? is dat dan meteen haar schuld?
goed, het is nou eenmaal zo en ze heeft niet veel keus (?) dan het hevig bloedende kreng verder uit te graven, op te pakken en mee naar binnen te nemen. oei oei oei, het valt bijna uit elkaar van ellende en het bloed gutst werkelijk uit die langgerekte opengewerkte wond. niagra. gelukkig maakt het vrijwel geen geluid. wat gekerm. een piepend hijgje nu en dan.
de bloemkoolidee schiet ons kort door het hoofd maar haar niet. dat krijg je als je in paniek bent. de dokter bellen en intussen verband zoeken. lichtrood kinderbloed drupt nu al samen in een respectabele plas onder de rustiekhouten tafel waar het kindje ligt gelijk een krioelend speenvarkentje.
misschien beter om het meteen maar af te maken, dat voorkomt meer onnodig kinderleed. de boel is toch niet meer te redden, zegt de dokter. dat hoor ik zo al aan dat zacht lijdzaam gehijg op de achtergrond. ja, over de telefoon mevrouwtje kan ik dat horen. daar ga ik toch geen dertig kilometer voor autorijden door bergachtig idyllische landschapjes? pakt u toch een hamer of schroevendraaier, wat u makkelijker lijkt. kijk, als het nou nog een jongetje was. u heeft het toch gevonden in uw tuin, het is van niemand, niemand mist het?"
het lijkt wat zielig misschien, maar er zit niet veel anders op. de dokter heeft gestudeerd nietwaar, vier jaar lang boeken lezen en nooit met zijn handen in de viezigheid. alhoewel. bovendien, zo'n mooi kind is het niet. een beetje grauw, en die neus lijkt wel gruwelijk uit proportie te zijn. hoe dan ook, de situatie ziet er hopeloos uit. hoe langer dat aardekind hier nog ligt te creperen, hoe meer werk het wordt om al die vlekken en viezigheid op te ruimen.

met trillende handen is het moeilijk om die keukenla open te maken - hij klemt een beetje - maar het lukt haar wel, en dan is dat keukenmes ook snel gevonden. doet al jaren dienst als gewoon mes en nu dan als medisch moordwapen. ze loopt naar de tafel terwijl de dokter ter begeleiding aan de andere kant van de lijn de soundtrack van psycho neuriet. even kijkt ze nog naar dat rustige, emotieloze gezichtje. zonder verdere bewoording stoot ze het mes iets links van het hartstreekje. het glijdt erin als boter en alledrie horen duidelijk dat het TOK met de punt in de tafel dringt. tot het lemmet nu steekt het staal door het kind heen. de dokter applaudiseert met een enorm volume. dan vliegt het dak van het huis af. snel rukt de vrouw het mes uit het kind en tafel en werpt het over haar schouder. het klettert in een hoekje bij een tafeltje neer. ze grijpt het wezentje bij één armpje gooit het met volle vaart in een indrukwekkende, rechte rode streep tegen de muur. daar laat het een bescheiden plakkerig vlekje achter. ze kruipt er naartoe, pakt het op en draagt het, terwijl het hulpeloos nalekt, naar het gat in de tuin, propt het erin met het hoofdje naar beneden en mept er nog eens een paar keer flink op met de scherpe kant van de loden schep. dat klinkt een beetje dof maar, op de een of andere manier, toch best fijn. dan snel wat aarde eroverheen. als het geen haastklus geweest was, moest er misschien nog een grafje van gemaakt worden.
nu heeft ze echter belangrijker dingen aan haar hoofd. met haar handen tegen haar wangen rent ze terug. maar voordat ze haar huis binnen kan gaan puilt de telefoonrekening al uit en duwt haar fel terug. opeens een suizend geluid. ze luistert omhoog - dan valt het dak met een klap net naast haar voeten op de grond. door de trilling die het vallen van het dak veroorzaakt valt ze achterover op de kuil die ze zonet nog toegedekt heeft. dat doet pijn. ze krabbelt omhoog maar merkt dat ze blijft haken achter een takje ofzoiets. ze voelt wat aan de achterkant van haar lichtblauwe rok waar nu een grote moddervlek op zit en voelt dat een klein kinderhandje recht omhoog uit de aarde steekt en zich met alle macht aan het kledingstuk vastklampt. nooit meer komt ze nu los. of toch? ze probeert het in elk geval met alle macht. dan een auto die met gierende remmen remt, vlak naast het dak. de dokter stapt netjes uit de auto en begint meteen aan de armen van de vrouw te rukken terwijl het aardekind haar rok steviger beethoudt dan ooit. deze titanenstrijd loopt zelfs zo ver op dat de vrouw uiteenscheurt bij het middenrif. geen nood, roept de dokter, ik ben jezus, ik los dit wel even op, dit was oneerlijk voor u. u had hier niks mee te maken en toch dwars doorgescheurd. erg oncharmant en vergeef me, een beetje onsmakelijk. voor u moeten we een uitzondering maken vind ik.
intussen heeft het aardekind zich volledig omhoog gewerkt en is het begonnen de darmen van de vrouw, die immers uit haar gevallen zijn en nu blubberend over de grond verspreid liggen, bij elkaar te knopen. voor later, roept het, hard lachend.. voor later om te bewaren in een album voor je kleinkinderen.

14-03-2008

olievlekkenparodie (menopauze4life)

Gisteravond om een uur of twee keek ik toevallig op een of andere blog (?) en ontdekte (?) ik (?) er wat foto's die mij deden denken aan een kampvuurtje met zijn drieën.

Hoe dan ook.

Jesse leeft. Carl huppelde er ook een beetje achteraan.

YOU ARE MINE

dankuwel alstublieft

09-03-2008

there are no dutch voodoo children

eeuwenlang de bodem van de zee, geen berg te zien (i never asked to be your mountain)
toen opeens! waterpompmolens mensen met rare hoedjes schilders goud schepen slaven handel máár! ondergang teneur mineur industrie kolen stoom treinen wagens telefoons rock 'n' roll (STOP!)

we kunnen nooit stoppen we moeten door tot we er bij neervallen. geen tijd ook voor interpunctie. telefoon-televisie-muziek-informatie-kaartvandewereld-internet-in-één. iedereen aan de kerngezonde amphetamine vierenvijftig uur per nacht. concerten van drie uur lang aan één stuk door, kniediep in de modder, buikhoog in het water, schouderhoog in de lucht en met ons hoofd in de wolken

go
go
johnny
go
go
go
johnyy
go
go

LIK MIJN MENING

03-03-2008

weary baby-eyes

ik kijk naar buiten en ik zie mijn gordijn
ik raak je aan en ik voel vlees
dat kan ik ook bij de slager kopen
muziek is een laserstraaltje op een stukje plastic
poep is een acht uur oude boterham

mijn hond gromt als een ketter maar hij heeft drie achterpoten
mijn whiskyglas zit vol sleutels
socrates is nu een stapeltje boeken met een kaal bebaard stenen beeldje erop
aristoteles in de kamer ernaast onder een eminemposter
speel niet in de modder daar word je een neger van

snap je al waar ik naar toe wil, rondkrullend melketend valszingend
met je ghettoblaster op 100 procent en je haar naar boven en beneden alle kanten
met je foto aan mijn muur geplakt met plakband
nog twee regels en mijn blog is af
denk ik