Posts tonen met het label bob dylan. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bob dylan. Alle posts tonen

19-10-2009

de groeispurt

De bel galmde luid door het ijzeren halletje. De klapdeur hinkelde in zijn scharnieren. Ik zat net lekker aan mijn brief te schrijven - zondagmiddag, met een vieze regenboog - dus gestoord keek ik op van de typmachine en klakte mijn tanden tegen elkaar van ingehouden irritatie. Ik schommelde naar de voordeur en spiekte op mijn tenen door het raampje. Pal voor mijn deur stond een grote, kale man te snikken.
Met een grote zwaai opende ik de deur, orchestraal bijna, alsof ik verwachtte dat het orkest enkele begeleidende tonen zou spelen. Het bleef ijzig stil en mijn grote gebaar maakte weinig indruk. De man keek niet op of om, maar bleef zeurend staan huilen op mijn opstapje.
"Zeg kerel, wat moet dat hier voor mijn deur? Je verpest mijn tranquille zondagmiddag met je gesnotter! Nou? Zeg op!"
De man keek mij aan en ik schrok mij het apelazerus. Zijn gezicht zat vol bulten en over zijn wangen liepen grote, groene aderen. Midden in de pupillen van zijn geelblauwe ogen zaten twee grote spelden met rode knopjes.
"Manfred, jij bent het toch, Manfred? Ik voel me niet goed, Manfred, Marijke heeft me verlaten, ze zei tegen me: jij interesseert je niets in mij, jij voert alleen die grote vissen van je, de hele dag sta je naar die vissekom van je te kijken, geen nanoseconde aandacht voor mij heb je, je praat niet met me, je geeft me geen complimentjes, je merkt het niet als ik een nieuw kapsel heb en als ik het je vertel zeg je dat het er precies hetzelfde uit ziet, ik ga weg, bekijk het maar, ik stap in de eerste de beste auto die voorbij rijdt, ik ga naar Rusland, je zoekt het maar uit! Manfred ik voelde me zo godvergeten alleen, ik voelde me zo verlaten dat ik mijzelf van de trap afgegooid heb, vandaar die bulten, en Manfred ik landde midden in het naaidoosje van tante Sien, Manfred vandaar die spelden in mijn oog, en die opgezwollen aderen komen van mijn gebroken hart Manfred, oh Manfred!"
Ik had werkelijk geen idee wie Manfred was. Misschien was het mijn buurman, dacht ik. Maar deze blinde, gebroken man kon ik toch niet op mijn opstapje laten staan? Ik nodigde hem uit voor een kopje thee, terwijl ik er mijn best op deed om Manfred te zijn. Eenmaal aan de keukentafel begon de man zijn zakken leeg te halen: alles wat er uit kwam gooide hij op tafel neer. Ik typte inmiddels vol ijver verder aan mijn brief, die ik toch echt af moest maken. Tussendoor maakte ik geruststellende opmerkingen.
Toen ik op pagina 3 was, klonk wederom de bel. Enigszins verbaasd was ik wel, want op zondag krijg ik zelden bezoek dat ik niet verwacht: maar ik excuseerde mij en liep voor de tweede keer die dag de gang af. Dit keek ik niet door het raampje en opende ik de deur beheerst.
In mijn voortuintje was een vrouw druk in de weer met filmapparatuur. Vinnig draaide ze zich om en staarde mij een tijdje recht in mijn gezicht.
"Heeft u er problemen mee als ik een openlucht-theater installeer in uw tuin?", vroeg de vrouw, alsof ze het antwoord al wist. Het was een mooie vrouw met een stevige kont en twee flinke borsten, die heen en weer schommelden over mijn fietsenrekje. Misschien weten mooie vrouwen altijd al het antwoord op de vraag die ze stellen.
"Nee hoor, mevrouw", zei ik galant. "Kan ik u ergens mee helpen? Heeft u hulp nodig met het ophangen van het scherm?", vroeg ik. De vrouw schudde van nee. "Ik ben hier zo klaar," zei ze en ze wiebelde een beetje met haar billen, terwijl ze worstelde met een verlengsnoer.
Ik was blij dat de situatie onder controle was - ik weet ook niks van filmapparatuur, trouwens. Ik liep terug naar de keuken en sjorde de man uit mijn keukenstoel. Hij had wat oogvocht gemorst op de kraag van zijn blouse, maar verder was hij prima in orde. Ik begeleidde hem naar mijn voortuin en zette hem neer op een stoel. Zelf pakte ik een krukje.
De vrouw keek mij vragend aan. Ik knikte. Toen drukte ze op een grote, rode knop. De film begon.

15-07-2008

artificial boobs are gay (wie voelt ruikt onkruid)

regen slaat roundabout mary in het gezicht. ze loopt de dikke verlaten winkelstraat door, maar een rechte lijn is het niet. heen en weer, één voor één kust ze de winkelruiten met haar heupen. ze kussen terug - iedereen houdt van haar - en weerspiegelen haar wijfelend. dan verdwijnt ze plots in een zijstraatje dat daarvoor nauwelijks bestond. weg.

kartonnen dozen vol wijn en sigaretten wachten achter het poortgebouw. johnny cash heeft een sleutel om zijn nek hangen en vraagt: you on your way down? je knikt. hij begint te dansen als een vrouw van middelbare leeftijd die véél te veel wijntjes op heeft. op de achtergrond dansen blondines met een vijandige blik mee op zijn ritme, giechelend als schoolmeisjes van veertien. onzeker van je zaak huppeldans je een tijdje mee. eigenlijk heb je maar één move. dan duik je tussen cash's dijen door.
eenmaal binnen bestaan de muren uit boksen, die pompend hun muziek naar buiten laten stromen. de grond deinst mee. vanuit alle gaten en hoeken vloeien de gebakken kippetjes af en aan. geld bestaat niet maar dollarbiljetten vouwen zo lekker, dus iedereen heeft een stapel in zijn zak en een oneindige voorraad verstopt op geheime plaatsen- denk aan kalkgrotten, open haarden met een geheim deurtje, enorme combinatiesloten met intieme cijfercombinaties. nachtclubs; neonlichten; pinkringen; kraakpanden; babylon revisited;

je stalt je harem uit op een pleintje. 'iedereen met een roze slipje' commandeer je op gebiedende wijs. drie stappen er naar voren, vier, vijf; de rest druipt af met de tambourijn tussen de benen geklemd. de knip in de vingers (stylish). alright. het beest in je roert zich en ruikt de oppervlakte. de perfecte schuimkraag op je biertje, de roze slipjes nu duidelijk op je netvlies, mary jane knipoogt sluiks en kijkt verlegen naar haar gelakte, op en top verzorgde tenen. alles wat in je zit wil naar buiten barsten maar daarvoor is het nog lang geen tijd, met een avond vol spanning en avontuur in het vooruitzicht.

spanning en avontuur: een boogschutter gallopeert op zijn trotse, zwarte paard met ongekamde manen zonder zadel door de inktzwarte nacht. bomen schieten aan weerszijde van zijn vlijmscherpe pijlpunten voorbij, en de paden die zij betreden zijn van hen alleen. on the horizon doemt het silhouet van een grim kasteel op, indrukwekkend, angstaanjagend, massief, te hoog voor mensenhanden, te grijs. in één van de vier torens ongewtijfeld een maagdelijke schone met blonde krullen, met poetische aspiraties - haar output minstens vier liefdesbrieven per dag -, in de rest van de torens een gros stoere schildwachten, zakken vol goud, wandtapijten kroonluchters, een dozijn hemelbedden en een feodaal heerschap met gekromde armen, verblind door hebzucht maar geslepen als een vos.

erica jones slaapt rustig terwijl haar keel op het punt staat doorkliefd te worden met een broodmes. niemand beweegt zich meer in zijn slaap dan zij. een pijl slaat in het hout van het raamkozijn met een TOK van jewelste. haar juwelen bedekkend spiekt ze naar buiten, adrenaline vloeit door haar bejaarde aderen als zand uit een gebroken zandloper van glas - als plotseling van achter een enorme hond haar bespringt, zijn klauwen uitgesperd, zijn kwijlende hoektanden klaar om haar halsslagader open te scheuren. het bloed vloeit met liters terwijl ze zachtjes ijlt om hulp, één één twéé.., één één twéé.., één één twéé..

26-05-2008

het jezustafeltje

ik liep fluitend door het parkje bij jou om de hoek. om mijn hoofd zoemde hier en dan weer daar wat ik al snel bestempelde als een bij. ik volgde hem fanatiek met mijn ogen, terwijl ik daarbij mijn hoofd in de meest moeilijke posities wrong. het werd al snel een ingehouden dans met de natuur.
zo, al wriemelend en rap spastisch rondlopend, bereikte ik de rand van het horizonbrede meer. het eerste dat mij opviel was de kobaldgroene kleur van het water. vanzelfsprekend klemde ik mijn handen samen tot een kommetje en nam mijn eerste slok. nu hoorde ik de dieren praten en de bomen in gregorisch aandoende zanglijnen mijn naam fluisteren. snel nam ik een tweede, iets grotere slok. mijn organen leken iets naar rechts te trillen. wel verdween het gepraat en gefluister meteen. dat stelde me gerust.
honderd meter verderop op three o'clock ritselde er iets in de bosjes. uit refleks keek ik opzij, maar nu gebeurde er iets vreemds. mijn hoofd kon, eenmaal in beweging gezet, niet meer stoppen te draaien. de horizon en de vertizon wisselden elkaar af in een verwoestend tempo en ik hoorde met mijn ogen, zag met mijn tong en proefde met mijn oren dat ik bloed spuwde. een geel slijmerig goedje droop uit mijn neusgaten, misschien gal. het gebeuren was duidelijk niet erg goed voor mijn humor.

toen ik wakker werd lag ik in mijn bed. de zon scheen als een malloot en vogels floten hun longen binnenstebuiten. verder was er niks. maar ik schold op mezelf en slingerde mijn benen uit bed. tot mijn schrik ! waren ze gevoelloos, en ruim twee keer zo zwaar als de dag ervoor. ik haalde de rug van mijn hand langs mijn neusvleugels en snoot. het kostte me al mijn wilskracht om naar buiten te strompelen, waarbij mijn benen mij eerder twee loden pijpen leken, onsmakelijk lichtbehaarde hompen vlees die ik met mijn armen vooruit moest tillen. biddend tot goden en mensen vervloekend trok ik mijn hielen voort tot ik weer oog in oog stond met die kobaldgroene uitgestrekte vlakte. het water golfde nu lichtjes en leek plastisch. en ik hief mijn vuist, stootte hem werkelijk de lucht in.
van achter mij gooide iemand een tak tegen mijn hoofd. op het moment van de klap meende ik even het hoofd van een enorm zeemonster te zien roeren aan de oppervlakte van het water. dus toch? dacht ik schokkend. mijn schedel trok samen tot een angstaanjagende grimas en ik zakte in elkaar. de drie kinderen lachten. 'wat doet die gekke man nou papa? doet hij een dutje, daar, in het gras bij het slootje?'
en ik wist het antwoord al lang voordat zij het uitgilden als speenvarkens.

(hoor mij dit voorlezen. waarom?)

17-04-2008

friesche accordeaon

na 10:45

er staan zeven zoemende koelkasten om mij heen. in het midden zit ik zelf te hameren op een typewriter. rond de koelkastkring danst the wild bunch. the mad ones. niet lang meer want om het hoekje wacht voor hen een gapend gat waar ze één voor één inspringen. in het gat wacht mandy. onder mij grond klef van een lekkende douche. buiten de wilde cirkel wijde vlakten circuszand. in het circuszand mensen met hun gezicht geplet na de lange val van het slappe koord. het slappe koord zit aan beide kanten vast aan het hekje van een balkonnetje, met een dubbele knoop. ongeveer in het midden van het koord hangt de lekkende douchekop met chocoladepapiertjes eromheen gewikkeld. op het koord lopen dames die zwaaien met hun kettingen en luide negers afgewisseld balancerend. om hen heen vliegt, begeleidt door een luide woosh, een indrukwekkende, constante zwerm witte kraaien.

nog voor twaalven

opeens houdt iedereen op met bewegen en luistert gespannen. ik neem een aanloop en smijt met alle macht de typemachine tegen de meest noordelijke koelkast. die valt om en vermorzelt wiliam holden knapperig. de rest van de dansers bots tegen elkaar aan en kiepert dan als een dominostel in het gat. het gat houdt op met gapen en doet zijn mond eindelijk dicht. een dalende baslijn maakt een snoeiharde entree. het zand trilt weg en verhult een metalen onderlaag. met dikke benen spant mandy het koord aan. de douchekop wiegt zachtjes heen en weer. dames en negers vullen het luchtruim. witte kraaien kiezen het ruime sop.

later die dag

ik pak mijn spullen ik pak de trein van vijf over. op elk stoeltje ligt een lege tafel. mijn poison headache zit naast mij met mijn hoofd in zijn handen en leest iets belangrijkers. gouden stromen die door de open raampjes binnendringen vangen mijn aandacht. we zijn nog niet weg of ik krijg het al benauwd. ik worstel me een weg door het gangpad maar ik struikel over mijn eigen veters. our love's gonna grow oe ah oe ah. mijn hand boort zich door de bodem van de rijdende trein en ik schaaf mijn knokkels vier keer aan de rails. mandy trekt me overeind. bibberig mompelt iemand een bedankje. ik veeg mijn jas af met bloed en leg hem over het gat in de treinvloer. groen slijm druipt in klodders van de wanden. mijn stoel zoent mijn jeans. stiekem strik ik mijn veters.

enkele nummers doorgespoeld

de wind waait hoog boven de bomen. blondie rent vrolijk hijgend rondjes om mij heen en bijt soms in mijn enkels. de bruine stank trekt weg en maakt plaats voor roze geluk. ik maak een opmerking die mij nog een minuut of twintig achtervolgt op hoge hakken. klik klik klik klik. ik heb het visioen van mandy. een simpele man van de straat probeert me zijn bril te verkopen en tegelijkertijd mijn pruik te stelen. mijn huis baadt voluit in het lentezonnetje. iedereen maakt zich nuttig.

nu

de goddelijke machine draait op volle toeren. bzz. ik krijg antwoord op elke vraag die ik stel. het borrelt van binnen en soms knapt er een bel die uiteen spat tegen de wangen van mandy.

14-04-2008

he was never known / to make a foolish move

it won't be long YEH - YEH - YEH - YEH -

op een warm lentezonnetje liep ik naar buiten toen iemand mij tegen het oor tikte. 'hé', zei hij, 'ken ik jou niet van binnen' en ik zuchtte en kuchte en pufte en steunde en blies het mannetje op een grote hoop (piramidevormig) alwaar hij meteen de aarde inkroop met zijn billen eerst en op die manier nog wat tegen zichzelf mompelde. ik verstond 'ga dan toch naar alkmaar met je heldenverering.. bijt nog wat op je vinger..' en dat vond ik leuk, erg leuk zelfs, maar ik kan het ook fout verstaan hebben, want dwergen die tot hun neus in de grond wroeten praten meestal alsof ze niks te zeggen hebben.

till i belong to yoouu

ohja! nog wel een filmpje.

04-04-2008

i screamed and i kicked and my words were a-snarlin'

wat is de ballantinesdemon en bestaat hij
zou ze On The Road lezen - in het engels - voordat ze weggaat en aankomt
wanneer zou dat zijn
waarom heb ik het idee dat ik veel meemaak, terwijl er alleen veel om mij heen gebeurt



ontstijgend aan eerstejaarsgedrag belandde ik in het niemandsland van anderen, rokerig en prikkeldraad rondom: maar ik hield mijn hoofd zoveel mogelijk boven water - het water dat ik zag veegde ik zachtjes weg - en uiteindelijk kwam het hier op neer: als er niemand in de buurt is kan je zo hard (en veel) roepen als je wilt.
als hij bestaat, achtervolgde hij mij groepsloos van het begin tot het einde van desolation row en zij was op weg naar huis zonder richting, nu onzichtbaar en zonder geheimen om te verbergen.

alles is een toneelstuk en toen was mijn rol uitgespeeld.
het einde van het verhaal is mij ingefluisterd. toen kwam ik bij een muur en dwars erin kerfde ik met krijtwitte letters:

HOW DOES IT FEEL?

en ik viel in slaap op de tweede verdieping.

mijn droom was een metaforische weerspiegeling van dit alles.

ik werd wakker en de planeet overspoelde met zwart water.

toen zat ik in de trein op weg en keek ik meer om mij heen dan dat ik las - in het boek dat eigenlijk geen boek is maar één grote lange beweging - en alleen in mijn eigen oor klonk een liedje van de vorige avond - maar dit keer was ik niet omringd door sinaasappelwalmen en waterkanonnen en prille filosofen - en toen alles bewoog dacht ik na en spiekte ik sluiks. ik lachte wat voor me uit om de stand der zaken in geluid te vangen.

daarna, toen alles stopte, had ik een besluit genomen. en voor vier woorden ('he, hoe heet je?') kreeg ik vier letters terug. bovendien nog een glimlach en een belofte die ik maar los moet laten, want controleren kan ik hem niet - en wil ik hem niet.
en ondanks dat alles, ondanks wat dan ook, eigenlijk compleet los van alles fladdert ze straks naar mexico. je kan mij niet vertellen dat mijn timing niet perfect is. in dit geval, in elk geval- mexico dus.
("remember durango, larry?")

31-03-2008

Hekabe Revisited (vanuit de ik-persoon)

in de knekelput van de lente (nu) denk ik soms wel eens heel serieus: tja.

waarom zou je nog schrijven na hemingway, kerouac (er volgt hier een rijtje);
waarom zou je nog muzieken na dylan, beatles, verscheidene jim's, een enorme rij;
schilderen durft niemand meer na picasso;
dichten bestaat niet meer na ginsberg;
beeldhouden wees niet belachelijk;
film is veel te massaal als je het gewoon niet weet;

gelukkig bedenk ik me dan net op tijd dat het het meest waarschijnlijk is dat we ALLEMAAL blijven haken in onze eigen nobody-cultuur, waarin vrijheid iets van 40 jaar geleden is - de conclusie die ik daaruit (jawel sardonisch glimlachend) trek is dat mijn oma mijn dochter wordt (mijn oma, even tussendoor als ademhalings-anektode, heeft mijn tante ooit, toen zij thuiskwam met kleren van een tweedehandswinkel in amsterdam, teruggestuurd om alles terug te brengen: speciaal vreselijk was een afgeragd leren jasje: tweedehands kleren! we zijn geen armelui! de tweede wereldoorlog! en meer van die stokpaardjes) en dat het niet uitmaakt met wie of hoe je in slaap valt, als je de volgende ochtend maar geen pijn in je rug hebt- en ik denk niet meer serieus na tot het weer lente wordt en ik on the road lees in de trein

waarmee ik maar wil zeggen dat lente alleen een talige constructie is
waarmee ik mijn jaloezie voor jack kerouac's energie illustreer
waarmee ik diep door de knieën ga voor mensen met echte ideeën
en waarin ik eindelijk uitleg waar ik om glimlach als ik zomaar voor me uit zit te staren.

POST SCRIPTUM

en vandaag deed de verwarming het weer (buiten)
en ik heb zin in 11 april (spannend maar geen idee)
ik leerde vandaag half een meisje kennen (maar ze was ouder dan ik)
misschien ga ik morgen mijn hond heel lang uitlaten (klinkt dat niet ultiem ontspannend)
zoek op wat een knekelput is (zodat je het voortaan weet)
kerosine benzedrine fellini

19-03-2008

but she breaks

als iedereen toch zo nu zachtjesaan filmpjes op zijn blog gaat gooien
dan nu tijd voor het meest magische moment in de geschiedenis van alles
tevens dé reden om 14 euro ofzo uit te geven aan No Direction Home